Stoelenverhuur is een steeds populairder fenomeen in de kappersbranche. Het kan voor de verhuurder een uitstekende manier zijn om de huisvestings- of loonkosten te drukken. Ook biedt het mogelijkheden om de dienstverlening te verbreden, bijvoorbeeld door samen te werken met een nagelstyliste of beautyconsulent. Klinkt goed, maar er komt meer bij kijken dan je misschien in eerste instantie denkt.
Wat is stoelenverhuur precies?
De samenwerking tussen twee of meer zelfstandige ondernemers die ieder voor eigen rekening en risico in eenzelfde bedrijfsruimte hun diensten aanbieden aan de consument.
We spreken dus wel over stoelenverhuur maar feitelijk wordt bedoeld de huur/verhuur van bedrijfs-ruimte. Dat betekent dat de Nederlandse wetgeving m.b.t. de huur en verhuur van bedrijfsruimte van toepassing is. Daarnaast mag er bij stoelenverhuur geen gezagsverhouding bestaan; stoelverhuurder en stoelhuurder zijn beide zelfstandig ondernemer.
De Belastingdienst
De Belastingdienst beoordeelt de zelfstandigheid van de ondernemers. De schijn van een gezagsverhouding moet vermeden worden. Er mag geen sprake zijn van een verplichting tot het in opdracht verrichten van persoonlijke arbeid en geen verplichting tot het betalen van lonen. De stoelenhuurder moet in ieder geval jaarlijks bij De Belastingdienst een VAR-wuo, (winst uit onder-neming) aanvragen. De Belastingdienst beoordeelt de samenwerking aan de hand van de tussen de ondernemers opgestelde huur- en samenwerkingsovereenkomsten.
Huurovereenkomst
De stoelenhuurder huurt een aantal m2 bedrijfsruimte waarop hij zijn diensten aanbiedt aan de consument. De verhuurder moet dus een huurovereenkomst bedrijfsruimte opstellen.
Bij een dergelijke overeenkomst zijn een aantal zaken van belang:
Wanneer de verhuurder geen eigenaar is van de bedrijfsruimte, maar deze zelf ook huurt, betekent stoelenverhuur onderhuur. Onderhuur is alleen toegestaan als de eigenaar of oorspronkelijke verhuurder van de bedrijfsruimte hiermee schriftelijk instemt.
Daarnaast is de looptijd van de (onder)verhuur belangrijk. Uitgangspunt hierbij is de afgesproken huurtermijn: deze kan zijn
korter of langer dan twee jaar.
- De overeenkomst aangegaan voor een periode tot twee jaar eindigt na afloop van deze afgesproken termijn. Als de afgesproken (onder)verhuurtermijn langer is dan twee jaar of in de praktijk langer heeft geduurd, dan wijzigt de wet deze langere termijn in tijdsblokken van vijf jaar en vijf optiejaren: de (onder)huurder ontvangt huurbescherming;
- Een huurovereenkomst met een looptijd langer dan twee jaar kan niet zomaar worden opgezegd. In de wet zijn de zes opzeggingsgronden genoemd. De rechter zal de gebruikte opzeggingsargumenten strikt toetsen aan de wet. Om binnen de termijn van twee jaar te blijven, wordt dan ook geadviseerd met stoelenverhuur te starten voor een periode van een jaar, eventueel te verlengen met een jaar.
Samenwerkingsovereenkomst
In een tweede overeenkomst worden de overige aspecten van de samenwerking geregeld. Denk aan zaken als openingstijden van en toegang tot de bedrijfsruimte, het gebruikte merk(en) verzorgingsproducten, de al dan niet gezamenlijke inkoop, het gebruik van de computer en PIN-apparatuur, verzekeringen, etc. Het staat de ondernemers vrij deze lijst van onderwerpen uit te breiden en hierover met elkaar afspraken te maken, maar bij de uitwerking moet de zelfstandigheid en gelijkwaardigheid van beide ondernemers voorop staan.
Koppeling overeenkomsten
De twee overeenkomsten moeten nu aan elkaar gekoppeld worden, zodat ze onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Concreet houdt dit in dat de opzegging van de ene, ook de opzegging van de andere overeenkomst betekent. De huurovereenkomst is de leidende factor in de gekoppelde overeenkomsten: heeft het huurrecht langer dan twee jaar geduurd, dan ontvangt de huurder dus huurbescherming en is de huurovereenkomst niet meer eenvoudig op te zeggen.
Met behulp van beide overeenkomsten kan de stoelenhuurder nu de Verklaring van Arbeidsrelatie aanvragen. Zie www.belastingsdienst.nl voor het digitale aanvraagformulier van de VAR.
Kosten / vergoedingen
Hoe bepaal je nou de prijs van de te verhuren ‘stoel’ (lees; bedrijfsruimte)? Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Het hangt af van de jaarlijkse bedrijfskosten die verband houden met het pand. Als het pand door de stoelenverhuurder wordt gehuurd, dan kan de huurvergoeding per m2 worden berekend, nog te verhogen met de kosten van het gebruik van de nutsvoorzieningen.
Moeilijker wordt de berekening van de vergoeding voor de samenwerkingsovereenkomst. Hierbij komen andere aspecten om de hoek kijken. Te denken valt aan het aandeel in de overige bedrijfs-kosten (reclame, wasserijkosten, afschrijving activa, etc.) maar ook de vergoeding voor over te dragen omzet of gemiste winst uit deze omzet. Uitgangspunt is dat stoelenverhuur voor zowel de verhuurder al de huurder een win-win situatie moet inhouden.
Er zijn allerlei voorbeelden van stoelhuurprijzen: een vast bedrag per dag/dagdeel, een percentage van de omzet of combinaties hiervan. Ga er vanuit dat beide ondernemers en reële prijs ontvangen/betalen, zodat de samenwerking niet op financiële gronden struikelt.
En verder …
Zonder volledig te willen zijn, moet er bij de voorbereiding op stoelenverhuur nog rekening gehouden worden met:
- Verzekeringen af te sluiten als verhuurder van bedrijfsruimte of als saloneigenaar;
- Verzekeringen af te sluiten door de stoelenhuurder voor dekking van aansprakelijkheid van zijn bedrijf;
- de Stichting Geschillencommissie (SGC),
- inschrijving in registers (KvK/Kennisplein)
- Buma/Sena; BIG-register
Bedenk als stoelenverhuurder dat je verzekeringen op dit moment betrekking hebben op de situatie als kapperondernemer. Check bij je verzekeraar of en zo ja hoe de verzekeringen moeten worden aangepast wanneer je verhuurder wordt.
Deskundig advies
Stoelenverhuur biedt kansen, mits beide partijen hun samenwerking goed hebben geregeld en vastgelegd. Wil je zeker weten dat er geen losse eindjes zijn, dan is onafhankelijk en deskundig advies en begeleiding cruciaal.
Bron: ANKO